De haptonomie vindt zijn oorsprong in de reguliere geneeswijze. Het is ontwikkeld in de beginjaren 50 van de vorige eeuw door een Nederlandse heilgymnast-masseur (de vroegere fysiotherapeut) als een vorm van traumatherapie in het naoorlogse Nederland. In de behandeling ligt het accent op de affectieve benadering van de getraumatiseerde cliënt. Deze therapievorm heeft zijn sporen inmiddels ruimschoots verdiend. Sterker nog, andere therapievormen zijn ontstaan vanuit deze haptonomie. Denk daarbij aan de psychomotore therapie, de lichaamsgerichte psychologie en de lichaamsgerichte psychotherapie. Therapievormen die allemaal onder de reguliere zorg vallen. De wetenschappelijke bewijskracht voor de haptonomie is inmiddels enorm. Baanbrekend is het werk van Bessel van der Kolk, een Nederlands-Amerikaanse psychiater en hoogleraar met zijn onderzoek en internationale bestseller “The body keeps the score”.
Dat de haptonomie gerekend wordt onder de ‘alternatieve zorg’ is discussierbaar. Het heeft wel een aantal reden:
- Om financieël-technische redenen heeft de zorgverzekering de haptonomie niet in de basisverzekering gedaan maar als ‘alternatieve therapie’/ ‘complementaire therapie’ in de aanvullende verzekering.
- Begin jaren 2000 heeft Gerard Feller via de website “Promise” op zeer rechtlijnige wijze de vloer aangeveegd met zo’n beetje alle therapievormen die in zijn ogen ‘niet-westers’ zouden zijn. Zijn kokervisie en aantoonbaar gebrek aan kennis hebben de haptonomie in christelijk Nederland geen goed gedaan. Als je echter nu op de website van Promise zoekt, dan wordt de haptonomie niet meer genoemd. Het kwaad is echter al geschied.
- Meerdere haptonomen houden zich ook bezig met Reiki, yoga en andere niet-westerse therapievormen. Deze vermenging van therapieën hebben een onduidelijk beeld gegeven over wat haptonomie nu precies is.
De haptonomie is Bijbels uitstekend te onderbouwen. Zie daarvoor een andere websites https://verbonden-zijn.com/ waar daar dieper op ingegaan wordt.
Mocht haptonomie een zweem hebben van ‘alternatief’ dan zit dat meer in de behandelaar dan in de therapievorm zelf.
Er zijn overigens kanttekeningen te plaatsen over de zogenaamde reguliere zorg. Allereerst is de vraag of de reguliere zorg qua filosofie (denkwijze) en ethiek altijd goed te onderbouwen zijn met Bijbelse argumenten. Eveneens is er voor veel (para-)medische behandelingen ook lang niet altijd een goede wetenschappelijke onderbouwing. Vergis je niet in het grote aantal fysiotherapeuten, psychologen en andere werkers in ‘de reguliere zorg’, die sterk beïnvloed worden in hun denken en handelen door allerlei ‘alternatieve therapievormen en zienswijzen’.
De simpele en arbitraire scheidslijn ‘regulier’ en ‘alternatief’, wat dan ook wezen mag, zegt echt niets.