Contact en therapie

De therapie is er op gericht de cliënt bewust te maken van zijn tastvermogen en gevoelsleven en maakt daarbij gebruik van aanraking. Door middel van aanraking maakt de therapeut de cliënt bekend met het “uiterlijk” tastvermogen in zijn lichaam. Het tastvermogen wordt zo aangesproken en deze persoon krijgt hierdoor meer lichaamsbesef. De cliënt wordt zich bewust van zijn vermogen te openen en te sluiten en gaat ervaren wat contact maken (met zichzelf) betekent. De cliënt leert zo naar binnen tasten en wordt zich bewust hoe het met hem gaat in zijn gevoelsleven. In de veiligheid, nabijheid en vertrouwdheid van het contact met de therapeut kan de cliënt met zijn “innerlijk” tastvermogen voelen wat er te voelen is. De cliënt kan zich (weer) openen voor zijn eigen gevoelsleven en dat van anderen.
In haptotherapie gaat het om het ontdekken en verbeteren van het haptonomisch contact: de ontmoeting van mens tot mens.

Mensen die zich aanmelden als cliënt zijn over het algemeen zoekend in het contact met hun gevoel naar binnen en/of naar buiten. In het contact met de therapeut kan er dan in de veilige context van de therapieruimte gezocht worden naar dát wat hen belemmert. Door middel van het gesprek, een ervaringsoefening in de ruimte of het werken op de behandelbank ontdekken therapeut en cliënt welke signalen het lichaam geeft en of er belemmeringen optreden. Samen kunnen ze onderzoeken wat de betekenis is van deze belemmeringen en welke patronen daarin te ontdekken zijn. De patronen kunnen van nu zijn, maar ook al lang bij iemand horen en een grondslag in het verleden hebben.

Een van de kenmerken van haptotherapie is het maken van contact, van een verbinding middels het aanraken. De reden daarvoor is dat aanraken een vorm is waarin het gevoel direct wordt aangesproken. Het mag duidelijk zijn dat de aanraking behoedzaam zal plaatsvinden met volledig respect voor de eigenheid en de grenzen van de cliënt (en therapeut). Met de aanraking kunnen gevoelens naar boven komen, beleefd worden, waar (nog) geen woorden voor waren. Om met de titel van een boek van Ted Troost te spreken: “Het lichaam liegt nooit…” .